Ons eigen boek over Iederwijs is uit:
A New Morning
Co-create school with the children
Het boek geeft een beschrijving van het proces van Iederwijs, vanaf de allereerste ideeën, de vier jaar voorbereiding, de ervaringen met jonge kinderen op een Montessori-achtige school, de eerste dagen van Iederwijs, de overgang naar het aanbod van lessen, hoe je lessen samen met kinderen vorm geeft en wat er uiteindelijk van de kinderen terecht is gekomen.
Na ieder hoofdstuk staat er een lijst met “Findings”, de vele dingen die we geleerd hebben.
Het boek is in het (goed leesbaar) Engels geschreven, omdat er internationaal belangstelling voor is.
470 paginas, 70 met kleurenfoto’s, 1400 gram, 30 euro
Je kunt het boek hier bestellen:
Een ander boek over Iederwijs:
De gelukkige school
Astrid Schutte heeft als onafhankelijk journalist een onderzoek gedaan naar Iederwijs,
hoe het begonnen is en wat de reacties van de samenleving en de overheid waren.
Ze heeft gesprekken gevoerd met mensen die op verschillende manieren betrokken waren bij Iederwijs:
De oprichters, verschillende mensen van andere scholen, bestuursleden,
de leerplicht ambtenaar, de wethouder,
Jan de Vries, die de uitspraak ‘Veredelde Speeltuin’ de wereld in bracht, inspecteurs en ouders.
Ze heeft gevraagd hoe oud-leerlingen terug kijken op de school
en onderzoekt aan het einde van het boek of de kritiek op Iederwijs waarheid was.
Het boek is te bestellen bij SWP:
In 2002 kreeg Nederland een nieuwe particuliere school die al snel de koppen van alle kranten haalde. Op Iederwijs konden kinderen namelijk zelf kiezen wat, wanneer en hoe ze wilden leren. Nog nooit had de Onderwijsinspectie zo’n radicaal onderwijsconcept voor basis- en voortgezet onderwijs gezien. Nooit eerder waren er bedrijven die de salarissen van leerkrachten betaalden uit sympathie voor een onderwijsconcept. Uit het hele land stroomden belangstellende ouders en onderwijsvernieuwers toe. Als paddenstoelen schoten de Iederwijs-scholen overal uit de grond. Maar politiek Den Haag besloot de vrijheid van de Iederwijs-scholen aan banden te leggen, onder meer door de Leerplichtwet te wijzigen. De Onderwijsinspectie kreeg de opdracht de ‘veredelde speeltuinen’, waar kinderen volgens critici niks zouden leren, in het gareel te laten lopen.
Ruim tien jaar duurde het gevecht om het bestaan van Iederwijs. Moegestreden door de groeiende overheidsbemoeienis en rechtszaken, kritiek in de media, afhakende ouders en financiers moesten de scholen uiteindelijk stoppen of verder gaan onder een andere naam.
De Gelukkige School is de reconstructie van een 21ste eeuwse strijd om de grondwettelijke vrijheid van onderwijs. Astrid Schutte vertelt het verhaal van drie leerkrachten en één zakenvrouw die vochten voor het ideaal van een school waar het kind écht centraal staat. Oud-leerlingen laat ze terugblikken op de school en de rol die deze speelde in hun verdere leven.
‘Astrid Schutte is erin geslaagd een meeslepend verhaal te schrijven over de opkomst en neergang van Iederwijs waarin ze recht doet aan de perspectieven van alle betrokkenen.’
Prof. Dr. Eddie Denessen, bijzonder hoogleraar sociaal-culturele achtergronden en docent onderwijswetenschappen‘Het onbegrip en zelfs de agressie die deze onderwijshervormers soms ten deel viel, verbazen me nog steeds.’
Prof. Dr. Rob Martens, hoogleraar onderwijswetenschappen‘Dit boek doet verslag van een heldentocht in Nederlands onderwijsland.’
Emeritus hoogleraar orthopedagogiek Luc Stevens‘Het avontuur van de Iederwijs-scholen dat Astrid Schutte in een mooie stijl beschrijft, laat zien hoe fundamenteel en springlevend vrijheid van onderwijs na 100 jaar nog steeds is.’
Prof. Mr. Paul Zoontjens, hoogleraar onderwijsrecht‘Leest als een spannend boek.’
Carola Schoor, oud-hoofdredacteur Didactief
Wat is Iederwijs
Voor sommigen is Iederwijs een school.
Voor sommigen is Iederwijs een landelijke beweging.
Voor sommigen is het een idee over leren.
Iederwijs begon als idee voor een school,
opgezet en ontwikkeld door leerkrachten.
We wilden samen met de kinderen en tieners
opnieuw onderwijs ontwikkelen.
Onderwijs wat past bij deze kinderen in deze tijd.
Onze uitgangspunten:
Leren wat je belangrijk vindt.
Kennis maak je met elkaar.
De school groeide ongepland uit
tot een landelijke beweging
van Iederwijsscholen.
Er waren onderling grote verschillen tussen de scholen.
Er zijn daarom verschillende beelden over wat Iederwijs wel of niet was,
variërend van alles aan de kinderen over laten,
een school waar het kind de baas is,
tot een school met persoonlijke zorg en aandacht.
Deze website gaat over de school in Schoonhoven/Lopik,
waar Iederwijs begonnen was.
Sommige Iederwijsscholen zullen zich in deze praktijk herkennen.
Waarom deze website
Er zijn op dit moment geen scholen meer met de naam Iederwijs.
Waarom dan deze website?
We krijgen nog steeds vragen over Iederwijs
De belangstelling is er nog steeds en groeit zelfs.
Ook na zoveel jaar.
Er was geen plek meer op internet
waar de informatie over Iederwijs online staat,
vanuit Iederwijs zelf.
We hebben hier informatie over Iederwijs bij elkaar gezet
wat voor het onderwijs van nu van waarde kan zijn.
We willen het beeld bijstellen naar de realiteit
Er zijn veel verhalen over Iederwijs.
Sommige mensen zijn enthousiast over het idee,
anderen zijn fel tegen.
Weer anderen zeggen dat het niet gewerkt heeft.
Sommigen zijn nieuwsgierig,
of er wordt ronduit onzin over Iederwijs verteld.
Mensen met een mening over Iederwijs
hebben een mening
over het beeld wat ze van Iederwijs hebben.
Dat beeld blijkt lang niet altijd gebaseerd te zijn op feiten
of op een persoonlijke ervaring met Iederwijs.
Het gaat ons er niet om mensen te overtuigen dat Iederwijs werkte.
Of het werkte, hangt af van wat je wilt.
We zouden met de kennis en ervaring en feedback van nu
een aantal dingen aanpassen of verbeteren.
Het is wel fair als het beeld klopt met de realiteit van de praktijk.
Op deze website staat de informatie
vanuit ons eigen perspectief.
Geleerde lessen
Iederwijs riep destijds veel emoties op.
Zoveel dat de naam op een gegeven moment een naam werd
die niet genoemd mocht worden.
De naam was een garantie voor weerstand.
Of je moest eerst een heleboel uitleggen
voordat je in gesprek kon gaan.
Het werd daardoor lastig om te delen wat we geleerd en ervaren hebben.
In deze tijd wordt algemeen aanvaard
dat het traditionele onderwijssysteem
niet meer past bij deze tijd.
Voor nu en onze toekomst is iets anders nodig.
Het negatieve beeld wat sommigen over Iederwijs hebben
zat andere vernieuwers in de weg.
Zij moesten uitleggen dat ze geen Iederwijs zijn.
Er ontstaan nu verschillende initiatieven met een visie
die gaat over zelfsturing van kinderen,
het ontwikkelen van talenten,
een ondernemende houding,
samenwerking en zelfbewustzijn.
Waarden als vertrouwen, verbinding en veiligheid
worden nu vanzelfsprekend gevonden.
Elementen die wij toen bij Iederwijs
ook aan het verkennen waren
en in praktijk brachten.
Alleen was toen de afstand tussen wat wij deden
en de samenleving te groot.
We hebben hier veel in geleerd.
Met deze website kunnen we iets delen over de geleerde lessen,
vanuit de context zoals wij het ervaren hebben.
Wat heeft het kind nodig
Voor ons begint onderwijs bij de behoefte van het kind.
Niet de behoefte waarvan wij vinden dat het de behoefte is of zou moeten zijn,
maar wat het kind zelf aangeeft.
Kijken vanuit het perspectief van het kind
We proberen te kijken vanuit het perspectief van het kind zelf.
Wat geeft het kind zelf aan in woorden en gedrag?
En wat is de boodschap achter de boodschap?
Vaak zegt het kind letterlijk wat het nodig heeft,
alleen mag dat er niet altijd zijn omdat het net niet handig uit komt
of omdat andere dingen belangrijker gevonden worden.
Er wordt niet naar geluisterd.
Dan leert het kind dat het niet werkt
om openlijk te zeggen wat je bedoelt.
Omdat je afhankelijk bent van de volwassenen,
ga je er maar in mee of je ontwikkelt strategieën
om toch te krijgen wat je nodig hebt.
De openheid in de communicatie verdwijnt.
Er ontstaat wederzijds wantrouwen.
Wat gebeurt er als je als volwassene
werkelijk open luistert, zonder oordeel?
Wat heeft het kind dan nodig?
We wilden niet beginnen met een vooraf vastgesteld programma,
maar ruimte maken om te kunnen laten ontstaan,
en te kijken wat er vanuit de kinderen zelf zou komen.
Van daaruit konden we de school opbouwen,
onderzoeken en een volgende stap zetten.
Vrijheid was een middel om open te onderzoeken, geen doel.
Wat is een volgende stap?
Samen met het kind en de ouders werd gekeken naar wat een volgende stap kon zijn.
Wat een volgende stap is kan verschillen per kind en per situatie:
Ruimte geven om verder zelf te ontdekken
Perspectieven delen met andere begeleiders
Perspectieven delen met de ouders
In gesprek gaan met het kind
Overzicht bieden
(Bijvoorbeeld door structuur te bieden)
Begeleiding bieden
(Door bijvoorbeeld coachgesprekken)
Inzicht (laten) krijgen in hun manier van leren
Een aanbod doen voor een activiteit
Een aanbod doen voor lessen
Richting geven aan keuzes
Bij de hand nemen
Expertise en ondersteuning van anderen vragen
In een aantal gevallen hebben we het kind bij de hand genomen,
waar het ging om faalangst waar het kind zelf niet overheen kon stappen.
Bij de hand nemen kan alleen als je een goede relatie met het kind hebt opgebouwd,
als het kind jou vertrouwt en als je andere opties al geprobeerd hebt.
Het proces in de school
In de eerste jaren van onze school hebben de kinderen veel gespeeld.
Daarin en daarnaast werd er veel geleerd op een meer informele manier.
Het spelen was toen hun eerste behoefte.
Sommige kinderen gaven aan dat ze eerst een speeltekort moesten inhalen.
Daarna zouden ze wel gaan leren.
We bouwden in die tijd aan een cultuur waarin je leerde je eigen activiteiten vorm te geven,
samen te werken, aan te geven wat je nodig had, voor jezelf te staan en conflicten op te lossen.
Daarna kwam de behoefte aan lessen.
De vraag werd op een gegeven moment zo groot,
dat we het niet meer per kind konden regelen.
In de laatste jaren van de school hadden we een rooster
met veertig verschillende lessen per week
met gemotiveerde leerlingen en leerkrachten.
Het was voor dat moment de beste vorm die we konden vinden
om vraag en het aanbod te organiseren.
We hebben altijd het idee gehad dat er een nog mooiere vorm was.
Die hebben we helaas niet meer kunnen ontwikkelen
vanuit wat we hadden opgebouwd.
Basiswaarden
We hebben voor Iederwijs een aantal uitgangspunten gekozen.
Dit zijn de uitgangspunten zoals we ze destijds verwoord hebben,
met een uitleg en een reflectie van nu.
Veilig Voelen
Veilig voelen is de voorwaarde
om te kunnen en te mogen zijn wie je bent.
Als je bepaalde dingen wel mag voelen en andere niet,
dan krijg je gevoelens over gevoelens.
Dan wordt het ingewikkeld.
Op Iederwijs mag je voelen wat je voelt
en denken wat je denkt.
Hoe kun je anders op mooie ideeën komen?
Van daaruit kun je kijken en onderzoeken wat dat voor jou en de ander betekent.
Vertrouwen op Vermogen
We gaan uit van een natuurlijk vermogen van het kind om te leren.
Een kind wil zich van nature ontwikkelen.
Als het kind dat niet wil, dan is er ergens iets gemist.
Vertrouwen is een startpunt
en het is iets wat je samen opbouwt.
Het wordt versterkt als je samen werkt en samen ontwikkelt,
omdat je ervaart wat je aan elkaar hebt
en wat je voor elkaar betekent.
Vertrouwen op vermogen
betekent vertrouwen in het kind
en vertrouwen in jezelf als volwassene,
om dat te bieden wat op dat moment nodig is,
varierend van grenzen aangeven, begeleiden, aanbieden en laten ontstaan.
Vrijheid en Verbondenheid
Er staat vrijheid en verbondenheid.
Er was in de samenleving een beeld bij vrijheid van kinderen.
Bij sommigen was dit beeld een groep los geslagen kinderen,
zoals dat bij de anti-autoritaire opvoeding het geval was.
Er was minder een ervaring van verbondenheid in het onderwijs.
Binnen Iederwijs was relatie enorm belangrijk.
De vrijheid gaf ruimte om dat te onderzoeken.
Als je vrij bent en je bent met anderen,
krijg je positieve en negatieve feedback op wat je doet.
Als je op een fijne manier met anderen wilt zijn,
moet je op eenzelfde manier met anderen omgaan.
Zoals een van de kinderen het toen zei:
“Als ik niet aardig ben voor anderen,
gaan zij ook niet aardig zijn tegen mij.
Uitzoeken hoe je dat doet:
én voor jezelf zorgen én samen werken,
dat is moeilijk.”
Op Iederwijs leerde je met jezelf en met elkaar om te gaan.
Verrijking door Verschillen
Je kunt niet jezelf zijn als je niet anders mag zijn.
Verschil is normaal.
Verschil is de bron van leren.
Als iedereen hetzelfde is leer je niets.
Als iedereen de neuzen dezelfde kant op heeft
kun je niet communiceren.
Als je wel dezelfde houding hebt van samen willen leren en onderzoeken,
worden verschillende perspectieven en benaderingen juist boeiend.
Dan vul je elkaar aan.
Dan mag je helemaal jezelf zijn met jouw perspectief.
Dan kun je jouw kwaliteiten inbrengen
en bijdragen aan elkaar.
Vormgeven van Verlangens
Je kunt je eigen leven vormgeven.
Voor een jong kind gaat dat om het kiezen van zijn of haar activiteiten in de dag.
Voor anderen gaat het om wat ze willen leren of welke lessen zij willen volgen.
Of het gaat om een project waar ze aan mee willen doen of willen starten.
Voor oudere kinderen gaat het om uit te zoeken wat ze willen met hun leven
en hoe relaties werken.
Hoe doe je dat, een wens in de praktijk brengen?
Welke stappen zijn daarvoor nodig?
Verder door Vragen
Kinderen van drie jaar beginnen met vragen te stellen.
Ze krijgen een besef van zichzelf in de wereld.
Ze willen weten hoe die wereld werkt.
Als het goed is houdt het vragen stellen nooit op.
Wij stelden ook vragen.
Vanuit nieuwsgierigheid.
Omdat we wilden begrijpen.
Waarom doen we wat we doen?
Is wat we doen wel het belangrijkste om te doen?
Hoe kunnen we het zo doen zodat het voor ons werkt?
Waarom hebben we de samenleving
op deze manier ingericht?
Waarom ziet ons onderwijs er op deze manier uit?
Als we iets nieuws hoorden of leerden,
probeerden we het uit.
Op die manier konden we ervaren of en hoe het voor ons werkte,
hoe we het naar de context van Iederwijs konden vertalen
en of we het konden verbeteren.
Vijf Vernieuwingen
Destijds waren dit vijf vernieuwingen.
De school is één groep van verschillende leeftijden
De dynamiek tussen kinderen van verschillende leeftijden
die met en van elkaar leren, van menselijke relaties tot wiskunde,
is één van de grootste krachten van Iederwijs.
De kinderen en volwassenen met hun achtergronden, kennis,
inzichten en ideeën bieden door hun aanwezigheid
een rijke omgeving vol mogelijkheden.
Iedereen is leraar, iedereen is leerling.
Dit is en was een grote kracht.
Je identiteit was niet hoe oud je was,
maar wie en hoe je was.
Er lag geen oordeel op
als kinderen van een verschillende leeftijd
met elkaar speelden of iets ondernamen.
Oudere kinderen hadden zorg voor jongere kinderen.
Jongere kinderen konden leren van wat oudere kinderen deden.
Je kon lessen krijgen op jouw niveau van leren,
in een groep van verschillende leeftijden.
Ieder kind leert wat, wanneer, hoe en met wie het wil
Deze zin is een stevige stelling.
Deze stelling riep veel vragen en weerstand op:
geldt dit altijd?
Krijg je geen kinderen die alleen maar op zichzelf gericht zijn?
Er staat: “Ieder kind leert wat het wil.”
Door sommigen wordt het geïnterpreteerd als doen wat je wilt.
Soms met het argument dat je altijd leert.
Je kunt immers niet niet-leren.
Dus alles wat je doet zou goed zijn.
Je kunt wel een onderscheid maken
in activiteiten waarin kinderen maar iets doen,
omdat ze niets beters weten te doen,
of activiteiten waar ze bewust (en minder onbewust) voor kiezen om iets te ontwikkelen.
De stelling is waar,
alleen zijn er bepaalde voorwaarden
waar aan voldaan moet worden.
Er is een omgeving nodig van open en zelfbewuste volwassenen
die veiligheid bieden,
open communiceren
en grenzen aangeven waar dat nodig is.
Er moet genoeg aanbod in mogelijkheden zijn in materialen en activiteiten.
Het kind moet overzicht hebben over de mogelijkheden,
en zich in staat voelen om een uitdaging aan te gaan.
Er moeten geen grote emotionele blokkades zijn
waar een kind alleen niet uit komt.
Een goede structuur kan enorm behulpzaam in het maken van bewuste keuzes,
en het kan helpen in het aangaan van uitdagingen.
Het was voor ons niet zo dat ieder kind
alles alleen maar uit zichzelf moest halen.
Het gaat veel meer om:
wat heeft het kind nodig om zijn/haar volgende stap te kunnen zetten?
Dat waren we aan het ontwikkelen.
Activiteiten ontstaan vanuit inspiratie
van kinderen en begeleiders
Wat je van kinderen wilt,
moet je eerst zelf doen.
Als je wilt dat zij zichzelf volgen,
en jij doet dat niet,
wat is dan integriteit?
Je mag als volwassene zelf ook leren en ontwikkelen,
als je er maar open over bent.
Daarmee bouw je aan een cultuur
van samen leren en onderzoeken.
Je wilt geïnspireerde leraren.
Als je een geïnspireerde leraar hebt,
wordt een onderwerp boeiend.
Het onderwerp heeft blijkbaar betekenis voor iemand
en dus kan het betekenis hebben voor jou.
Er waren mensen beschikbaar om die vakken te bieden
als tieners een examen wilden halen.
De inrichting van de school verandert mee
met de behoefte van de school en de kinderen
De school bestond uit verschillende ruimtes voor verschillende activiteiten.
Een aantal ruimtes:
een huiskamer
een keuken
een atelier
een werkplaats
een studieruimte
een ruimte voor jonge kinderen
een kantoor
een tuin
een trampoline
een zandbak en een speelveld
In de loop van de tijd hebben sommige ruimtes een andere functie gekregen.
We konden de functie van ruimtes veranderen.
Er kwam bijvoorbeeld een extra studieruimte,
een ruimte voor jonge kinderen in de grote huiskamer,
een extra huiskamer,
een werkplaats,
een podium in de grote zaal
en een grote zandbak voor oudere kinderen.
De school wordt samen met de kinderen vorm gegeven.
We bouwden samen de school.
Ideeën werden gehoord,
kinderen werd actief gevraagd
om hun visie, ervaring en feedback.
Besluiten werden genomen volgens het principe van alle stemmen gelden,
gebaseerd op de sociocratie.
Het zorgde ervoor dat iedereen zich werkelijk gehoord voelde,
dat je tot de kern van een vraag kon doordringen,
en daardoor tot een (vaak eenvoudige) effectieve oplossing kwam.
Er was een wekelijkse schoolbijeenkomst
waarin belangrijke punten van begeleiders en kinderen besproken werden.
Tijdlijn
1998
Bas Rosenbrand en Eefke Eijgenstein ontmoeten elkaar op basisschool De Klim in Utrecht.
Bas had besloten dat hij zich ging wijden aan een onderwijssysteem
wat meer uitging van de interesses van de kinderen.
Het was al langer Eefke’s droom om een eigen school op te zetten.
Er ontstaat een werkgroep rondom het gedachtegoed van Reggio Emilia,
met Eefke, Bas, Doreen Rambags en Wilma Wolters.
De verkenning van het gedachtengoed van de Pestalozzischool in Ecuador.
1999
Doreen Rambags zegt in de zaal tegen Loek Hermans
(toenmalig minister van onderwijs):
“Ik ben het zat.
Onderwijsvernieuwing gaat veel te langzaam,
ik ga zelf een school opzetten.”
Eefke, Bas en Wilma sluiten zich bij haar aan.
Een bezoek aan Tresore,
een school die al was begonnen vanuit het gedachtegoed
van de Pestalozzischool:
“Het is mogelijk, dit gaan wij ook doen!”
Sindsdien komen ze een dagdeel per week bij elkaar.
Verkenning van het gedachtengoed van de Sudbury Valley School uit Amerika.
De eerste presentatie naar buiten toe.
Het heette toen ‘Basis-Anderwijs’.
Yolanda Eijgenstein herkent zich in het idee
en ziet dat wat je op zo’n school zou leren
precies is wat in bedrijven en als ondernemer nodig is.
Ze belooft voor financieën te zorgen.
2000
Bas en Eefke doen ervaring op
met nieuwe werkvormen in hun eigen klassen.
Doreen en Wilma hebben zich
om persoonlijke redenen terug getrokken.
Er ontstaat een landelijk netwerk
van mensen van verschillende initiatieven
rondom onderwijsvernieuwing.
De naam Anderwijs blijkt al te bestaan.
De naam wordt veranderd naar Iederwijs.
2001
Jochem van der Padt sluit zich aan vanuit enthousiasme voor het idee.
Bas gaat werken bij het Centrum voor Creatief Leren in Sterksel,
een school voor hoogbegaafde kinderen,
Er worden verschillende locaties bezocht als mogelijkheid voor een gebouw.
Het uiteindelijke gebouw wordt gevonden in Schoonhoven.
Het huis wordt opgeknapt en klaar gemaakt voor Iederwijs.
2002
Yolanda heeft sponsors gevonden.
De eerste uitprobeerdagen met de kinderen en begeleiders.
Een aantal enthousiaste vrijwilligers sluit zich aan.
De opening van Iederwijs Schoonhoven op 1 februari 2002.
Iederwijs komt in de media.
Er komt een artikel in twee landelijke dagbladen.
Er komen items op televisie.
De school heeft al snel zestien kinderen en twee tieners. Daarmee is het huis vol.
Iederwijs Schoonhoven wordt goed gekeurd door inspectie.
Er is een enorme belangstelling op open dagen.
Er worden meedenkdagen georganiseerd voor belangstellenden.
2003
Een andere school vraagt of zij ook de naam ‘Iederwijs’ mogen dragen.
Na lang overleg wordt besloten dat dit kan,
vanuit het idee dat je elkaar kunt versterken met verschillende kwaliteiten.
Een tweede Iederwijsschool opent haar deuren: De Ruimte in Soest
Een landelijk symposium i.s.m. Ode
met Luc Stevens, Peter DeLaheye en Mimsy Sadofsky
De Iederwijsbrochure komt uit,
een boek met de vertaling van stukken van de Sudbury Valley School
en de DVD Iederwijs in de Media.
Er ontstaan meer Iederwijsscholen in heel Nederland.
Wonderwijs, ontstaan uit Tresore, sluit zich aan.
Er worden landelijke Iederwijsdagen georganiseerd.
De oprichting van Stichting Iederwijs Nederland,
om op landelijk niveau richting te geven
en om het overleg met de overheid en de inspectie te stroomlijnen.
Er is constructief landelijk overleg met de inspectie over
hoe de kwaliteit van Iederwijs te herkennen.
Eén van de Iederwijsscholen krijgt een slecht inspectierapport.
Het komt in de media.
2004
Verhuizing van Iederwijs Schoonhoven naar een groter gebouw in Lopik.
De school groeit door naar vijfenveertig kinderen en tieners.
Ontwikkeling van een Iederwijskader voor de inspectie,
op basis van het officiële kader.
Het kader werd hoog gewaardeerd,
maar is nooit officieel in gebruik genomen.
De oprichting van een Iederwijspabo door mensen uit Iederwijs Nederland,
het werd later de 3D Pabo.
Er worden verschillende workshops en lezingen
over Iederwijs gegeven op onderwijsinstituten.
Het blijkt dat de visie van Iederwijs op scholen op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd.
Er worden grenzen gesteld aan wat wel en geen Iederwijsschool is:
scholen moeten een richting kiezen.
Een aantal scholen gaat een eigen richting.
Een aantal van hen gaat verder onder de naam Democratisch Onderwijs.
Door politieke druk voert de inspectie een landelijk onderzoek uit bij alle Iederwijsscholen:
een groot aantal Iederwijsscholen blijkt niet te voldoen aan wettelijke eisen.
2005
De berichtgeving in de media verandert
naar sensatie, kritiek en negatieve beeldvorming.
Iederwijs wordt in de politiek een ‘veredelde speeltuin’ genoemd.
In de media wordt veel geschreven over Iederwijs en het Nieuwe Leren.
Bron: De waarde van Slash21 / Van Polmanhuis tot Polemiek
(De getallen links zijn het aantal artikelen in media)
2008
Iederwijs Lopik wordt ook goed gekeurd voor voortgezet onderwijs.
Iederwijs Lopik sluit ondanks dat toch de deuren.
(De school was succesvol, alleen het lukte niet om binnen deze context
de school financieel gezond te krijgen.)
2013
Wonderwijs, de laatste school met de naam Iederwijs, sluit haar deuren.
(Ze had bekostiging gekregen,
maar had in vijf jaar niet het vereiste leerlingenaantal gehaald
om bekostiging voort te kunnen zetten.)
Mythen over Iederwijs
Mythe: alle Iederwijsscholen zijn afgekeurd
Er zijn vele inspectiebezoeken geweest op Iederwijsscholen.
De helft van de scholen kreeg een negatief oordeel van de inspectie.
Dat is een groot deel van de scholen.
Het was helaas de realiteit dat een aantal scholen
het niet voor elkaar kreeg om aan de wettelijke vereisten te voldoen.
Soms omdat ze er geen zicht op hadden,
soms omdat er te simpel gedacht werd over het opzetten van een school,
soms omdat het ondanks alle moeite toch niet lukte,
soms omdat men de strijd voor de eigen vrijheid via de school wilde voeren.
Het gaf Iederwijs een slechte naam.
Het was nodig om grenzen te stellen.
De helft van de scholen is te veel.
Het volgende is echter ook waar:
De andere helft is wel goed gekeurd.
Als je tegen bent, kun je zeggen: “Zie je wel, Iederwijs werkt niet.”
En als je voor bent: “Er zijn scholen die wel goed gekeurd zijn.”
Het concept op zich is niet afgekeurd.
Er was oprechte belangstelling vanuit de inspectie
naar op welke manier het zich zou ontwikkelen.
We hadden niet voor niets op landelijk niveau intensief overleg.
Mythe: Iederwijs is niet gelukt
We hebben verschillende keren van mensen binnen het onderwijs
of vanuit de media gehoord:
‘Iederwijs is niet gelukt.’
We weten niet waar de mensen dat beeld vandaan hebben.
Wellicht dat ze mee zijn gegaan met de beeldvorming zoals dit door de media is neergezet.
Het feit dat de school niet meer bestaat betekent niet dat het mislukt is.
Iederwijs is zeven jaar lang wel gelukt.
Er is geen school geweest waar we op zo’n manier onderwijs konden vormgeven
vanuit onze ideeën en wat past bij ons en de kinderen.
Qua inhoud en werkwijze is Iederwijs juist heel goed gelukt.
We hebben enorm veel geleerd over ontwikkeling van kinderen,
door het te doen en op die manier te onderzoeken.
We hebben destijds vanuit verschillende kanten veel medewerking gekregen.
Vanuit de inspectie en vanuit een aantal Pabo’s was er in eerste instantie belangstelling.
We hebben ons voortdurend ontwikkeld.
En we waren nog lang niet klaar.
Wat niet gelukt is, is het beeld bij te stellen,
en te delen wat we wilden delen,
zodat andere scholen daar profijt van konden hebben.
In de tijd nadat onze school moest sluiten,
was het beeld zo negatief, dat mensen het niet eens konden of wilden horen.
Er wordt aan gewerkt.
Onder andere door deze website.
Mythe: alle Iederwijsscholen zijn hetzelfde
Iederwijs was nieuw.
Het gaf ruimte.
Het was een alternatief voor het reguliere onderwijs.
Het trok mensen aan die iets anders wilden.
We dachten dat iedereen die iets met Iederwijs wou hetzelfde beeld had.
In de praktijk bleek dat Iederwijs door verschillende mensen
op verschillende manieren werd geïnterpreteerd:
– Iederwijs is je eigen school opzetten.
– Iederwijs is een Sudbury Valley school.
– Iederwijs is kinderen de vrijheid geven en dan komt het allemaal vanzelf goed.
– Iederwijs is met zorg en aandacht een school samen met kinderen ontwikkelen.
– Iederwijs is kijken naar wat het kind nodig heeft.
Er waren grote verschillen tussen de scholen.
Het bleek dat dezelfde naam van één school
in combinatie met dezelfde naam voor een beweging
de visie zoals wij dat wilden neerzetten geen goed deed.
Mythe: begeleider zijn stelt weinig voor
Het klinkt gemakkelijk:
kinderen die doen wat ze zelf willen
en jij hoeft als begeleider alleen maar passief af te wachten
tot ze komen vragen om een les.
Als je dat beeld hebt, dan lijkt het gemakkelijk.
In de praktijk werd er veel meer gevraagd.
Begeleider zijn op Iederwijs was boeiend.
Anders zouden de vrijwilligers zich niet jarenlang ingezet hebben
voor deze school.
Bij ons was er geen tekort aan Iederwijzers/leraren.
Het was leerzaam en interessant, intensief en uitdagend.
Het was persoonlijk.
Je kon je eigen kwaliteiten en interesses inbrengen
en je werd gewaardeerd.
Op het vlak van persoonlijke ontwikkeling
werd er veel van een Iederwijzer veel gevraagd.
Het ging er om te zien wat er nodig was.
Dat vraagt een actieve houding in presentie,
durven te staan,
jezelf in te brengen en open in contact te gaan.
Een goede Iederwijzer moest onder andere dit kunnen:
Actief luisteren
Jezelf delen
Weten hoe je tot een gedegen besluit komt
Conflict bemiddelen/mediation
Grenzen aangeven
Zelfreflectief zijn (en jezelf durven te bevragen)
Sensitief intelligent zijn
Een vorm van ontwikkeling in zelfbewustzijn
Een onderzoekende houding
Kunnen denken en werken als team
Als je met zelfsturing werkt, is zelfbewustzijn nodig.
We hadden naar buiten toe aangegeven dat we ook mensen
zonder onderwijsachtergrond in ons team hadden.
Aan deze mensen werden eisen gesteld voor wat betreft emotionele volwassenheid.
‘Mensen zonder onderwijsachtergrond’
werd door anderen soms geïnterpreteerd als:
‘Je hoeft blijkbaar niets te kunnen.’
Wij zagen het vanuit het perspectief van het gehele team:
je hoeft niet meer als een enkele leerkracht alles te kunnen,
maar als geheel team moet je alles in huis hebben.
Op die manier kun je meer gebruik maken van elkaars kwaliteiten en interesses.
Mensen met een onderwijsachtergrond brengen didactische kennis in.
Tegelijk kunnen ze een beroepsdeformatie hebben,
omdat onderwijs een wereld op zich is geworden.
Mensen zonder onderwijsachtergrond hadden over het algemeen
een andere vorm van contact met de kinderen.
Ze leerden en ontdekten samen met de kinderen.
Dat bleek een waardevolle vorm van leren te zijn.
In het bedrijfsleven wordt dit ook toegepast:
je brengt mensen binnen vanuit een andere achtergrond
omdat zij met een frisse blik kunnen kijken.
Het is daarbij onze ervaring dat het heel goed is
als leerkrachten ook ervaring hebben in ander soort werk dan onderwijs.
Het verruimt de blik en je behoudt een verbinding met de praktijk van de samenleving.
Als team werkte het goed om deze verschillen binnen het team te hebben.
Het hield ons scherp en fris.
Het werd door sommigen van buitenaf ingevuld als onprofessioneel.
We werkten samen als team, we vulden elkaar aan,
we namen de tijd om samen te onderzoeken.
We waren niet alleen maar met lesgeven bezig
zodat we aandacht en tijd hadden voor begeleiding en gesprekken met kinderen.
Wat we deden had voor ons en de kinderen zin en betekenis.
Dat was het idee van de school:
hoe wil je de school zelf vormgeven zodat het voor de kinderen,
voor jouzelf en met elkaar werkt?
Mythe: alles moet uit de kinderen komen
Dit is het beeld wat buiten Iederwijs leefde:
als een kind tien jaar is en nog niet leest,
dan wordt er nog langer gewacht,
totdat het uit zichzelf gemotiveerd is
om te gaan leren lezen.
In die tijd was het idee dat je kinderen moest leren lezen als ze in groep drie zaten.
Als je het dan niet leerde,
dan zou het daarna heel moeilijk gaan.
of er was een angst dat je dan helemaal niet meer kon leren lezen.
Dat idee was zo vanzelfsprekend geworden,
dat er vrijwel geen vragen bij gesteld werden.
Er was eerder een tendens om kinderen zo vroeg mogelijk te leren lezen.
Het idee dat kinderen wellicht ook kunnen leren lezen
als ze ouder zijn was voor sommige mensen een schok.
Voor ons was het destijds een nieuw gezichtspunt.
We hoorden van een school in Ecuador dat kinderen met dyslectie
nadat ze hun eigen stroom konden volgen
van hun dyslectie af kwamen en leerden lezen.
Of dit nu algemeen geldig was of niet,
het was een inspiratie.
Het is nu bekend dat het geen zin heeft om te leren lezen
als je nog niet genoeg abstractievermogen hebt.
Je kunt een heel jong kind trainen in lezen
maar het kind raakt het vermogen weer kwijt zodra je met de training stopt.
Als je wacht tot het juiste moment gaat dat gemakkelijker,
sneller en is het resultaat blijvend.
Die ruimte in jaren waarin een kind aan lezen toe is,
is veel breder dan de leeftijd van zes jaar.
Het ligt waarschijnlijk (vanuit onze ervaring) tussen ongeveer vier en negen jaar,
maar er zijn ook kinderen die zichzelf al jonger leren lezen,
en er zijn volwassenen die nog leren lezen.
Als een kind van tien nog niet kon lezen,
dan hadden wij dat opgemerkt.
We hadden er er aandacht aan besteed
en gekeken wat voor dit kind een volgende stap zou zijn.
We boden passief en actief aanbod
en we hadden verschillende manieren
waarop ontwikkeling opgemerkt en gedeeld werd.
We hadden verschillende manieren waarop we kinderen konden ‘volgen’:
in de dagelijkse omgang
in de dagelijkse evaluatie met het team
in teamvergaderingen
in informele en formele gesprekken met ouders
in begeleidings/coachgingsgesprekken met de kinderen.
We gebruikten in het begin nog geen volgsysteem waarin vorderingen
op het gebied van kennis werd bijgehouden.
Dat hebben we later wel gedaan,
waar het ging over basisvaardigheden als lezen, rekenen en taal.
We hadden toen echter genoeg ervaring opgebouwd
om de visie naar de praktijk toe te behouden.
Mythe: Iederwijs is perfect
Als je iets geheel nieuws begint,
word je enorm kritisch bekeken.
Je moet alles nog beter doen
dan wat er al bestaat.
Je moet oplossingen hebben
voor wat het bestaande onderwijs ook nog niet voor elkaar kreeg.
Natuurlijk waren we enthousiast over ons project.
Dit was wat wij neer wilden zetten en ontwikkelen.
Het boodt een oplossing voor veel vraagstukken
waar het onderwijs in het algemeen nog geen afdoende oplossing gevonden had:
hoe besteed je aandacht aan diversiteit in leren
hoe bied je een doorlopende leerlijn
hoe voorkom je zittenblijven
hoe bouw je een cultuur op basis van de behoeftes en interesses van de kinderen
hoe bouw je aan een cultuur waarin je samenwerkt
(en dus niet hoeft te pesten)
hoe bouw je aan een cultuur waarin straf niet nodig is
hoe zorg je ervoor dat leren effectief en op maat is
hoe kijk je naar diverse kwaliteiten van kinderen,
vanuit een breder perspectief dan alleen cognitieve kennis?
We wilden Iederwijs zo goed mogelijk neerzetten,
met alle kennis en ervaring die tot onze beschikking stond.
Met het perspectief en de kennis en informatie van nu
zouden we sommige dingen weer anders doen of aanvullen.
Iederwijs was wat we toen deden
en het beste wat we konden geven.
Iederwijs was niet perfect.
We waren voortdurend in ontwikkeling.
De perfecte school bestaat niet.
Het is nooit perfect,
omdat je voortdurend nieuwe uitdagingen tegen komt
en bijstuurt.
Wel waren we sneller in bijsturen
dan een klassikaal schoolsysteem
of een grote school.
We waren toen de school dicht ging,
nog lang niet uitontwikkeld.
We hadden belangrijke stappen gezet.
Mythe: Iederwijs is alleen maar spelen
Dit is het beeld wat in de media kwam:
blije kinderen die alleen maar speelden, trampoline sprongen en niets leerden.
De kinderen kwamen graag naar de school.
Sommigen wilden ook graag in de vakanties komen.
Over het algemeen wilden de kinderen
aan het einde van de dag niet naar huis.
Het was te leuk en te boeiend.
Dat was voor de ouders een van de ‘nadelen’ van de school.
Iederwijs was tegelijk een moeilijke school.
Je kwam jezelf tegen.
Je moest dingen oplossen op het vlak van met elkaar omgaan.
Je moest voor jezelf gaan staan.
Je moest jezelf inbrengen.
Er werd veel geleerd.
Alleen was dat niet altijd bewust
of al in woorden te vatten die door anderen begrepen werden.
Dat is iets waar we verder aan zouden hebben gewerkt.
Een van de kinderen zei:
“Je moet Iederwijs gaan doen,
dan ervaar je wat het is.”
In de eerste twee jaren werd er veel gespeeld.
Naast het spelen kwamen er steeds meer lessen.
In de laatste jaren waren er veel lessen.
Een aantal lessen die op het rooster stonden:
Engels op verschillende niveaus
(o.a. examen en praktisch Engels)
Wiskunde
Nederlands
Quantumfysica
Leren lezen
Schrijven
Theatersport
Geschiedenis
Psychologie
Nederlands voor examen
Teksten schrijven
Biologie
Latijn
Rekenen
Paardrijden
Buikdansen
Struintochten door de natuur
Perspectieftekenen
Aardrijkskunde
‘De rijke aarde’
Frans
Duits
Naailes
Economie
Yoga
Koken
Muziek
Gym
We ontwikkelden onze eigen didactiek,
omdat we lessen met de kinderen samen vorm gaven.
We hoefden ze niet of minder te interesseren voor een les
omdat ze er al voor gekozen hadden.
We hoefden ook geen tijd te besteden aan orde houden.
De kinderen en tieners waren al gemotiveerd.
Er werd in kleine groepen gewerkt.
Onze vraag was: hoe organiseer je vanuit dit perspectief een goede les?
Naast deze activiteiten werden er ook andere activiteiten georganiseerd
en geïnitieerd door de kinderen en de tieners:
Een Halloweenfeest
Voetbal
Les in Flash
Een eigen skateramp bouwen
Een reis naar Engeland
Een les over hoe een loonstrook in elkaar zit
Mythe: Iederwijs is een veredelde speeltuin
Binnen de politiek werd Iederwijs op een gegeven moment
een ‘veredelde speeltuin’ genoemd.
Degene die het zei was twee jaar eerder een ochtend op bezoek geweest.
Het was een mooie ochtend met goede open gesprekken.
Hij noemde Iederwijs twee jaar na zijn bezoek
‘een veredelde speeltuin’.
Hij had vooraf geen contact opgenomen of gecheckt
of er iets veranderd was.
Na een debat op televisie hebben kinderen van een andere Iederwijsschool (Wonderwijs)
hem uitgenodigd op hun school te komen kijken.
Wonderwijs was op dat moment in ontwikkeling vergelijkbaar
met Iederwijs in Lopik.
Hij sloeg de uitnodiging af,
maar onder dreiging van een rechtszaak wegens smaad is hij toch gekomen.
Voorwaarde: een hele dag op de school zijn en in een landelijke krant zijn bevindingen geven.
Hij heeft dat gedaan.
Hij heeft zijn uitspraak bijgesteld:
Hij was positief over het bezoek: ‘Iederwijs is vooruit gegaan’ en ‘Het is beter dan gedacht.’
Bron: Volkskrant 11-11-2005
De uitspraak van ‘veredelde speeltuin’ heeft veel schade gedaan aan de beeldvorming.
We leerden veel over hoe politiek kan werken.
We hadden in de tijd dat hij op bezoek kwam
nog geen systematisch herkenbaar volgsysteem.
Voor achttien kinderen was dat nog geen prioriteit.
We waren nog aan het ontwikkelen, ervaren en ontdekken
hoe deze benadering in de praktijk werkte.
We waren beducht voor het invoeren van een regulier volgsysteem
omdat we hier een unieke situatie hadden gecreëerd
waarin we veel van en over kinderen konden leren.
Zodra je een bestaand volgsysteem invoert
loop je het gevaar dat je al snel in oude denkpatronen schiet
en kwijt raakt wat je hier met zorg hebt opgebouwd.
Wat we geleerd hadden: je kijkt door de ogen van je volgsysteem naar het kind.
Als je moet bijhouden hoeveel woorden een kind gemiddeld per zin gebruikt,
dan ga je jezelf daar op focussen.
Als je bij moet houden welke kleding ze iedere dag aan hebben, richt je jezelf daar op.
Omdat je je daar op richt, zie je andere dingen niet.
Wij waren vooral bezig met ervaren.
We gebruikten onze ervaring als richtlijn om bij te sturen.
Toen we in de locatie in Lopik groeiden naar meer dan veertig kinderen en tieners
was er iets nodig waardoor gegarandeerd werd dat ieder kind gezien werd.
Dat hebben we toen ontwikkeld.
Het werd een efficiënt en effectief systeem
waarmee we de grootste spanningen
binnen de groep konden signaleren en binnen het team konden verwerken.
Dat hadden we niet kunnen ontwikkelen als we al direct
met een al bestaand systeem aan de slag waren gegaan.
Om opnieuw te gaan kijken,
moesten we eerst zelf loskomen van onze aannames en inprentingen
die we als leerkracht hadden opgedaan.
Mythe: Als kinderen zelf kiezen, worden ze holbewoner
Er is een stripje in een tijdschrift waarin leerkrachten
op een school ‘Iederwijs’ gaan uitproberen.
Op het laatste plaatje zie je kinderen
alleen maar ‘oertaal’ uitslaan en vuurtje stoken.
De kop van een artikel in een krant was letterlijk:
‘Iederwijs leidt op tot holbewoner.’
Vanuit een antropologisch perspectief is dit een interessant beeld.
In de samenleving wordt door sommige mensen gedacht:
als kinderen niet naar school gaan
leren ze blijkbaar niets meer.
Sterker nog: ze gaan zelfs achteruit in hun ontwikkeling.
Het zegt iets over het beeld over school in het algemeen:
zonder school leer je niets.
Het zegt iets over het beeld van leren van kinderen:
kinderen kunnen het niet zelf en leren niets als ze niets wordt aangeboden.
Het zegt iets over het beeld wat mensen van de begeleiders hadden.
Een van de begeleiders was geschokt
toen ze zich realiseerde dat sommige critici blijkbaar dachten
dat de begeleiders een soort gevoelloze en harteloze mensen waren,
die koste wat kost niets met kinderen zouden doen,
omdat alles alleen maar uit de kinderen zou moeten komen.
Het is waar: als je kinderen alleen aan zichzelf over laat gaat er iets mis.
Dat hebben we in situaties buiten onze school gezien.
Kinderen gaan in de overlevingsstand omdat volwassenen
geen zorg dragen voor een veilige omgeving
en geen persoonlijke grenzen aangeven.
Of ze gaan hangen en zich vervelen.
Vrijheid alleen geeft geen veiligheid en geborgenheid.
Dus dat was niet wat we deden.
Er was aanbod en er ontstond nog meer aanbod.
De kinderen leerden op een informele manier
en ze leerden door het volgen van lessen en workshops.
Ze leerden omdat ze zelf initiatieven ontwikkelden.
Het is niet onze ervaring
dat kinderen holbewoner zijn geworden.
Waarom de weerstand
We hebben veel ondersteuning gekregen van verschillende kanten.
Er waren ook mensen fel tegen.
Waar kwam deze weerstand vandaan?
Een aantal perspectieven:
Het is het gebruikelijke verloop van een innovatieproces
Als je iets nieuws begint, kun je rekenen op weerstand.
Je doet iets wat anders is.
Deze innovatiecurve was toen nog niet zo bekend:
Innovatie begint aan de voorkant.
Daar worden nieuwe gebieden verkend
en daar wordt uitgeprobeerd op kleine schaal,
wat voor het systeem als geheel van waarde kan zijn.
Uitproberen is al doende leren, omdat je nieuw terrein aan het verkennen bent.
Dat gaat met vallen en opstaan.
Als je gewend om te keuren of iets wel of niet goed is,
dan is iets nieuws al snel niet goed.
Er wordt alleen gekeken naar succes,
en niet naar het proces en wat er van geleerd kan worden.
Iedere groep binnen het systeem heeft kwaliteiten.
Innovatie is belangrijk voor het systeem,
net als een stabieler midden
of mensen die belangrijke waarden willen bewaren
en daarom kritisch zijn op veranderingen.
Je hebt de verschillende houdingen nodig.
Als je dat van elkaar kunt zien en waarderen kun je samen bouwen.
Dat werkt beter dan vinger wijzen
of zorgen dat iedereen moet doen wat de meerderheid normaal vindt.
Dan leer je niets.
De weerstand komt vanuit een ander paradigma
Als voor jou het halen van doelen
en het leren van kennis het meest belangrijk is,
dan is Iederwijs niet de beste school.
Als voor jou belangrijk is dat je eigen keuzes maakt
en dat je over jezelf leert en al doende leert en bijstelt
dan kan Iederwijs een mooie mogelijkheid zijn.
Je kijkt vanuit een ander kader.
Je kunt gaan discussiëren over wie er gelijk heeft,
of je kunt kijken vanuit welk kader je jouw keuzes maakt.
Het gesprek over Iederwijs werd een ideologische discussie
De discussie over Iederwijs werd vanuit standpunten gevoerd,
en niet vanuit een houding: ‘Wat kunnen we van elkaar leren?’
Het uitgangspunt dat ‘ieder kind dat leert wat het wil, wanneer het wil,
hoe het wil en met wie het wil’ droeg daar aan bij.
Dat uitgangspunt werd door sommigen als absoluut neergezet en sterk verdedigd,
terwijl we tegelijk leerden dat dit niet zomaar
en voor ieder kind vanzelfsprekend is.
Er moet aan bepaalde voorwaarden voldaan worden.
Tegenstanders richtten zich op wat er niet goed zou zijn aan Iederwijs,
maar er werd in de discussie lang niet altijd erkend
wat er niet of niet meer werkte aan het klassikale systeem,
of hoe kinderen dat zelf beleefden.
In de discussie werden beide kanten geïdealiseerd.
We hadden niet de intentie om een ideologie te zijn.
Integendeel.
Het idee van Iederwijs was nu juist om samen open te kunnen onderzoeken.
We konden verschillende standpunten naast elkaar laten bestaan,
op zoek gaan naar de onderliggende intenties
om op die manier te leren en tot werkelijke oplossingen te komen.
Daarom heette het ook ‘Iederwijs’.
Het beeld dat een Iederwijzer niets hoeft te kunnen
Dit beeld klopte niet met onze praktijk.
Het is niet wat wij vertelden,
het is wel hoe het soms geïnterpreteerd werd.
Opvallend genoeg hadden Pabo-studenten over het algemeen
de meeste weerstand tegen de ideeën van Iederwijs.
Zij werden op drie manieren geraakt:
hun eigen schooltijd,
de opzet van hun huidige opleiding
en het beeld van hun toekomstige werk.
De landelijke beweging groeide enorm snel
Het begon met een schooltje,
het werd onverwacht een landelijke beweging.
Het groeide enorm snel.
Sommige mensen zeiden:
“Het is niet meer te stoppen.”
“De dijken breken door.”
Als iets zo snel groeit,
dan is weerstand een te verwachten reactie.
En deels een gezonde reactie.
Als iets te snel gaat, kun je niet meebewegen.
Je hebt nog geen zicht op een alternatief.
Tegelijk heeft een systeem de neiging zichzelf in stand te houden,
ook als het al heeft afgedaan en niet meer past bij deze tijd.
En het onderwijssysteem is daarin enorm hardnekkig.
Het leek alsof Iederwijs heel groot was.
Relatief gezien was Iederwijs heel klein.
Toen Iederwijs als beweging op zijn grootst was
zaten er naar grove schatting zo’n 300 kinderen op een Iederwijsschool.
Er zaten in 2005 zo’n 2.500.000 kinderen en tieners in Nederland op een school.
Dat is ongeveer 1 Iederwijskind op de 8000 kinderen (= 0.0125%)
of 1 kind per 32 scholen.
De reactie op Iederwijs was meer een emotionele dan een rationele reactie.
Iederwijs is voor alle kinderen
Het idee dat Iederwijs voor alle kinderen is,
was voor sommigen bedreigend.
Dat betekent dat Iederwijs ook voor jouw kind zou zijn,
en lang niet iedereen zag zijn of haar kind functioneren op een Iederwijsschool.
In de praktijk was Iederwijs niet voor alle kinderen.
Sommige kinderen bloeiden op.
Voor sommigen is het een redding geweest.
Zij konden zich niet vinden in het bestaande systeem.
Anderen waren er een kortere tijd
om bij zichzelf te komen en van daaruit opnieuw keuzes te maken.
Soms kozen ze daarna voor een meer traditionele school.
Sommigen hebben alle jaren dat de school bestond op Iederwijs doorgebracht.
Als een kind voor een andere school koos, was dat voor ons geen falen.
We hadden geboden wat we konden bieden.
Dat was waardevol gebleken.
Daarna werden andere keuzes gemaakt.
Wat we vooraf al vonden,
en wat later bevestigd werd:
verschillende kinderen hebben verschillende scholen nodig.
Er is niet één de beste school.
Als iedere school de beste versie van zichzelf is.
dan kun je elkaar aanvullen, bevragen, scherp houden en inspireren.
Alleen leefde er wellicht onbewust nog het idee dat alle scholen hetzelfde moeten zijn.
Er ontstond een karikaturaal beeld van Iederwijs.
In populaire media werd het beeld van spelende kinderen
die niets leerden graag neergezet en versterkt.
Iederwijsscholen waar het niet goed ging werden graag als bevestiging gebruikt.
Er waren goede artikelen met open en kritische vragen,
er waren negatieve artikelen,
er waren goede artikelen die door een stemmingmakende kop
opeens een geheel andere context kregen.
Wat we leerden: een genuanceerd beeld is blijkbaar
lang niet altijd gewenst,
omdat dit niet verkoopt.
Een karikatuur roept reacties op.
Het was heel moeilijk om dit beeld bij te stellen.
We stelden door ons bestaan vragen bij het bestaande onderwijs
Omdat Iederwijs er was,
was het reguliere systeem niet meer vanzelfsprekend.
Of je het eens was met Iederwijs of niet,
je moest uitleggen waarom je de dingen deed zoals je ze deed.
In het opzetten van de school onderzochten we alles
en stelden vragen bij bestaande praktijken.
Daar is Iederwijs uit voort gekomen.
Niet om rebels te zijn,
maar omdat we goed en zinvol onderwijs wilden ontwikkelen.
Het bleek dat veel vanzelfsprekendheden helemaal niet zo’n stevige basis hadden.
We hadden nog geen theorie of verklarende visie
We hadden onze inspiratie.
We hadden onze ervaringen.
We waren al doende aan het ontdekken.
.
We ontdekten dingen over ontwikkeling van kinderen
die we vooraf niet hadden voorspeld,
zoals de waarde van spelen,
het effect van intensieve gesprekken met ouders
en elementen rondom didactiek en leren.
We konden echter nog niet uitleggen waarom het werkte.
We hadden nog geen algeheel verhaal of een theorie
wat kon verklaren waarom gebeurde wat er gebeurde.
Zonder zo’n verhaal lijkt het wellicht alsof je niet weet wat je doet.
Dat waren we nu juist al doende aan het ontwikkelen.
Nu is veel meer bekend over zelfsturing, samensturing,
systeemtheorie en collectieve leerprocessen.
Het gebruik van eenvoudige woorden
We gebruikten in onze teksten met opzet
gewone dagelijkse taal of we vonden onze eigen woorden uit,
omdat we nog geen woorden hadden voor wat we deden.
Daardoor kwam het fris en nieuw over,
maar daardoor werd het wellicht door onderwijsprofessionals
minder serieus genomen.
Als we de volgende termen hadden gebruikt,
dan was Iederwijs misschien meer geaccepteerd:
subjectwording
emergentie
integratieve besluitvorming
systemisch werk
serious gaming
fixed and growth mindset
micro teaching
sensitieve intelligentie
action learning
gepersonaliseerd leren
adaptieve professionaliteit
reciprocity
transformative pedagogy
attention effect
punitive approach of restorative approach
collective learning
collective leadership
Dat was namelijk wat wij allemaal deden, ontwikkelden of onderzochten.
Alleen noemden wij het niet zo,
we waren ons er nog niet altijd bewust van,
we hadden er toen de termen nog niet voor,
of de termen bestonden nog niet eens.
Succesfactoren
Wat werkte wel bij Iederwijs?
Beginnen bij relatie
Iederwijs begon bij relatie.
De eerste periode hebben we gebouwd aan de cultuur van de school.
Iedereen leerde aan te geven wat hij nodig had,
waar persoonlijke grenzen lagen,
voor zichzelf te durven staan,
en zichzelf in te brengen.
Eén van de kinderen verwoordde het zo:
“Ik ga eerst leren alleen te spelen,
anders doe ik alleen wat de anderen willen.”
Niemand wil gezien worden als een object wat veranderd kan of moet worden.
Mensen willen veranderen, maar niet veranderd worden.
Als je als begeleider een goede relatie met het kind hebt opgebouwd,
kun je samen kijken wat er nodig is.
Als iemand vast loopt kun je een aanbod doen
aangeven wat het belang is van een keuze maken
om iemand bewust te laten worden of hij of zij in een patroon zit.
Omdat het kind weet wat je intentie is,
en omdat het kind weet dat als het echt niet klopt,
dat er dan geluisterd wordt,
kan het open staan voor suggesties,
gaat het mee met aanwijzingen,
of vertrouwt het je als jij het bij de hand neemt.
Het kind voelt zich serieus genomen.
Het vraagt van een begeleider een hoge mate
van sensitiviteit, zelfinzicht, authenticiteit en openheid.
Met meerdere mensen meerdere kinderen begeleiden
Als je als enkele leerkracht voor een groep staat,
moet je als enkele leerkracht alles kunnen.
Het levert druk op, omdat je weinig bewegingsruimte hebt.
De kinderen hebben alleen met deze ene leerkracht te maken,
en de leerkracht met alle kinderen.
Als je met meerdere mensen bent
kun je elkaar aanvullen en afwisselen,
je kunt de tijd nemen om in gesprek te gaan
of helpen bij het oplossen van een probleem.
De kinderen kunnen kiezen welke persoon hen het beste kan geven wat ze nodig hebben,
en als leerkracht kun je bij die kinderen iets bieden waar je nodig bent.
Het aanbod voor kinderen is veel ruimer.
Meerdere mensen hebben meerdere verschillende kwaliteiten.
Daarnaast deel je teleurstellingen, successen en leerprocessen.
Dat maakt het werk drie keer zo waardevol en licht.
Een schoolleiding en organisatie van meerdere mensen
Een organisatie is de uitvergroting van de kwaliteiten
en de blinde vlekken van de oprichters en leiders.
We hadden een team van drie schoolleiders,
en daarnaast de andere begeleiders.
Dat bleek een grote kracht voor de school.
Een school met één schoolleider kan beperkend zijn voor de organisatie als geheel.
Niemand heeft alle kwaliteiten in huis.
Met elkaar vul je elkaar aan.
Je kunt kiezen voor een organisatie waarin rollen meer gespreid zijn.
Dat zou voor nu een interessante vorm zijn.
In onze samenleving wordt deze vorm steeds meer gebruikt
en er wordt steeds meer ervaring mee opgedaan.
De tijd nemen om te onderzoeken
De tijdsdruk in het onderwijs houdt innovatie tegen.
Einstein zei:
“Ik ben niet intelligenter dan anderen,
ik sta alleen langer stil bij een probleem.”
We namen en nemen de tijd om te kijken wat we deden
en wat voor ons de beste oplossing was.
Wij namen niet zomaar genoegen met de eerste oplossing
als we het gevoel hadden dat het beter kon.
Als er ergens druk op stond, dan was dit een signaal
om extra aandacht te besteden aan wat er nu eigenlijk gebeurde.
Wij gingen niet direct mee met de druk
maar we onderzochten wat de oorzaak van de druk was.
Als je dat weet, weet je wat een werkelijke oplossing is.
Hetzelfde geldt voor kinderen.
Als je voortdurend bezig moet zijn met werken en leren,
heb je geen ruimte om te laten ontstaan wat er speelt.
Niets doen zodat je ruimte krijgt om alles te laten zakken
of om nieuwe ideeën te krijgen is ook een vorm van leren.
Tijd nemen kan later veel meer tijd opleveren.
Onderzoeken door te ervaren
We namen niets aan als vanzelfsprekend.
We probeerden uit.
We gingen het zelf ervaren,
bijvoorbeeld door het uit te spelen.
Hoe werkt spelen?
Hoe werkt deze vernieuwende rekenmethode?
Waarom roept opruimen bij kinderen weerstand op?
Hoe los je zo’n conflict op?
Tien minuten van ervaren leverde vaak meer inzicht op dan uren praten.
De inzet en bijdrage van veel mensen
De school heeft alleen kunnen bestaan
omdat veel mensen zich hebben ingezet
om aan deze school mee te bouwen.
De hulp varieerde van helpen met verbouwingen en klussen,
het geven van lessen,
helpen met schoonmaken,
het doen van administratie,
het werven van sponsors,
het geven van spullen,
het doneren van geld,
het regelen van verschillende lesmethodes,
het bieden van spullen,
jarenlang vrijwillig werken op de school,
het aanbieden van persoonlijke diensten als organisatieadvies,
of het aanbod om aan cursussen mee te doen.
De leeftijdsmix
De leeftijdsmix was een grote kracht van de school.
Het droeg er toe bij dat ieder zichzelf kon en mocht zijn.
Anders zijn was normaal.
Daardoor werd er niet gepest.
Er waren soms conflicten, maar de conflicten gingen over gedrag,
niet over het systematisch buitensluiten van iemand.
Er was meer divers contact tussen kinderen dan in een klas.
Wanneer heb je meer divers aanbod:
in een school van vijfenveertig kinderen,
waarin je in diverse samenstellingen leert en activiteiten onderneemt,
of in een school van driehonderdvijftig kinderen
waarin je alle jaren in een klas van dertig min of meer dezelfde kinderen zit?
Werken met kleine groepen
We ontdekten
dat een groep van meer dan vijf kinderen een groep wordt.
Vijf kinderen zijn nog vijf individuen.
Meer dan vijf kinderen worden een groep.
Ze worden als groep aangesproken
en ze gaan zich als groep gedragen.
Dat is voor persoonlijk leren niet effectief.
Je moet je gaan bezig houden
met management en met orde houden.
Dat is niet waarom wij voor het vak leraar hadden gekozen.
Een klassengrootte van ongeveer dertig kinderen
is niet ingegeven door pedagogische maar economische argumenten.
Een aantal van dertig is nog haalbaar als je doel is om kennis over te dragen.
Als je werkt met zelfsturing en zelfbewustzijn
is een andere organisatievorm meer toerijkend.
Binnen Iederwijs waren de groepen waarin geleerd werd gewoonlijk klein.
Daardoor bleef er persoonlijk contact
en kon je binnen de lessen gemakkelijk bijsturen.
Conflictbemiddeling door herstel van relatie
Er zijn verschillende manieren waarop je conflicten kunt oplossen:
Vechten: het recht van de sterkste.
Regels: wat hoort en wat niet hoort en bij een overtreding een straf of consequentie.
Kijken naar de intentie: wat was de onderliggende behoefte?
Er werd in de school niet gevochten.
Er waren weinig regels.
We losten zoveel mogelijk op door te kijken naar wat in een specifieke situatie nodig was.
Daardoor leerden we communiceren en kijken wat je zelf en de ander nodig heeft,
in plaats van terug te vallen op regels met de consequenties.
Er was geen straf.
Zonder straf moet je wel het contact aangaan.
We losten conflicten zoveel mogelijk ter plekke op.
In het oplossen van conflicten zorgden we voor een veilige ruimte en structuur,
waardoor er naar elkaar geluisterd werd.
We keken naar de onderliggende behoefte: wat was je bedoeling?
Zodra deze bedoeling helder werd, herkende men zich in de ander.
Je begreep wat de ander eigenlijk wou,
alleen was het gedrag niet het meest effectieve gedrag om dat te bereiken.
In veel gevallen was het conflict dan al opgelost.
Zo nodig werden er afspraken gemaakt.
Kinderen leerden om hun eigen conflicten op te lossen.
Het effect: een verbonden cultuur waarin je vrij kon bewegen en samen kon onderzoeken.
De tijd nemen voor gesprekken met ouders
Toen we in het reguliere onderwijs werkten
vonden we de tien-minuten gesprekken met ouders altijd al veel te kort.
In tien minuten heb je net een gezamenlijke sfeer gezet.
Dan begint het gesprek pas.
In de begintijd van Iederwijs hadden we honderd-minuten gesprekken.
Per kind spraken we letterlijk honderd minuten.
Later is dat veranderd naar wat er nodig is.
Soms een uur, soms twintig minuten,
gemiddeld zo’n drie kwartier.
Wij, de ouders en waar mogelijk het kind deelden elkaars perspectieven
om het kind beter te leren kennen
en welke rol wij hadden in de ontwikkeling van het kind.
Twee ouders, twee begeleiders en een kind is vijf perspectieven.
Wat heeft het kind nodig voor zijn/haar volgende stap?
Het bleek regelmatig dat als spanningen bij begeleiders en ouders waren opgelost rondom een thema,
dat het kind uit zichzelf een volgende stap nam, zonder dat er coaching of een gesprek nodig was.
Wij noemden dat het ‘aandachtseffect’.
We pasten het toe in onze manier van onderzoeken van thema’s
en we hebben er een systeem op ontwikkeld.
Voortdurend samen onderzoeken en verbeteren
We waren voortdurend aan het onderzoeken.
Deze houding werd door velen binnen Iederwijs gewaardeerd.
Ook achteraf.
Een kritische houding betekent dat je vragen stelt.
En dat je ook je eigen systeem moet kunnen bevragen.
Dat je open staat voor tegengestelde invalshoeken.
Het samen onderzoeken leverde boeiende gesprekken
en inzichten op en het hield ons wakker en alert.
Geleerde lessen
We hebben enorm veel geleerd in de jaren dat Iederwijs bestond en in de reflectie achteraf.
Een aantal van de geleerde lessen:
Neem de tijd om een goed team te bouwen en de visie helder te krijgen
Als je een school start: neem vooraf de tijd om een goed team te bouwen.
Bouw aan een heldere visie en vooral: hoe je die visie naar de praktijk vertaalt.
Op het moment dat je al met de praktijk bezig bent
is het veel moeilijker om daar nog iets in te veranderen.
Begin klein en werk stap voor stap verder
De grootste fout van innovatieve scholen: te groot beginnen.
Je gaat managen in plaats van de tijd nemen om de processen te begrijpen.
Maximaal twintig kinderen met twee of meer volwassenen.
Maar ook dat kan al teveel zijn.
Het is geen implemenatie van een project.
Het is een transformatie van een cultuur.
Bouw vanuit een gezamenlijke droom
Als je samenwerkt met anderen:
bouw vanuit een gezamenlijke droom en maak verwachtingen expliciet.
Werk samen met bestaande instituten en gebruik hun taal
Je moet jezelf kunnen uitleggen aan anderen.
Als zij jou niet begrijpen, krijg je minder steun.
Sommige kinderen leren enorm snel, als ze hun eigen moment mogen kiezen
Een aantal kinderen (met name die kinderen die al langer op Iederwijs zaten) leerden enorm snel.
Ze stonden niet onder druk, ze bepaalden hun eigen strategie om te leren
en al dan niet samen met een leraar (is ook een strategie)
leerden ze enorm snel.
Je moet een aanbod doen in wat in de praktijk
in de samenleving belangrijk blijkt te zijn
Een aantal vaardigheden zijn belangrijk.
Je moet een standaard aanbod doen in deze vaardigheden.
Kinderen hoeven dit aanbod niet zelf te initieren.
Wat in de dagelijkse praktijk werkelijk belangrijk is,
is anders dan wat veel mensen willen wat werkelijk belangrijk zou zijn.
Als je het gevoel hebt dat je er bij hoort, ga je zorg dragen voor de ander
‘You take care when you belong’.
Als je jezelf gezien, gehoord en begrepen voelt, ga je zorg dragen voor de ander.
Als je mensen en kinderen wilt die meewerken,
moet je zorgen dat ze zich gezien, gehoord en begrepen voelen.
Je hebt verschillende soorten scholen nodig
Er is niet één de beste school.
Je hebt verschillende soorten scholen nodig voor verschillende kinderen
in verschillende processen van hun ontwikkeling.
Een kleine school kan veel gemakkelijker innoveren dan een grote school
In een kleine school kun je gemakkelijker bijsturen en uitproberen.
Nieuwe ontwikkelingen worden gemakkelijker deel van de nieuwe cultuur.
Het doel-denken is gevaarlijk voor innovatie
Er zijn veel goede ideeën, maar zodra je vanuit doelen van buitenaf gaat denken
in plaats van ‘wat is voor mij een volgende stap’ zit je al heel snel in een afrekencultuur.
Het resultaat en wat meetbaar wordt belangrijker gevonden dan hoe je dat ervaart.
In het onderwijs is dat idee enorm sterk, ondanks andere intenties.
Zodra er een nieuw onderwijsvak ontstaat,
wordt er een methode gemaakt waardoor je stap voor stap naar dat doel toe werkt.
Omdat we onderwijs niet echt anders kennen, schiet men al snel in dit patroon.
Nieuws gaat over wat ‘nieuw’ is
De media laten niet per se de waarheid zien.
Er zijn integere en goede journalisten en respectloze nieuwsjagers.
Wacht met naar buiten treden voordat je resultaten hebt.
Kies je eigen medium en mensen.
Tegenwerken werkt niet
Dit geldt voor zowel vernieuwers als de overheid.
je kunt tegen vernieuwers of tegen de overheid zijn,
of je kunt vragen wat de ander nodig heeft.
De boodschap zoals wij dat vanuit het gedrag van de landelijke overheid
en later van het instituut inspectie ervaren hebben:
“Ga niet innoveren, want wij willen handhaven. We maken het je moeilijker.”
Hoe zou het geweest zijn als de overheid gezegd zou hebben:
“Dat is een boeiend project, wat heb je van ons nodig zodat jullie het tot een succes kunnen maken?”
Het had veel geld gescheeld (de overheid en ons), veel frustratie voorkomen,
het had niet alle alertheid gevraagd om niet in de valkuil van cynisme te stappen
en het had samenwerking, enthousiasme, leren en kwaliteit opgeleverd.
Vanuit de lokale overheid hebben sommige mensen ons deze vraag overigens wel gesteld
en vanuit individuen hebben we wel steun gekregen.
Het partijensysteem in de politiek leidt niet tot wijsheid
We hebben veel van de politiek van dichtbij mee gemaakt.
Het partijensysteem en moties in de Tweede Kamer kunnen zorgvuldig opgebouwd beleid kapot maken.
Als je vanuit partijen werkt krijg je strategieën (waaronder persoonlijke strategieën)
in plaats van openheid, onderzoeken, samen leren en wijsheid.
Tot onze verbazing was de overheid niet geschoold
in de beste vormen van besluitvorming die bekend zijn.
Structuur is waardevol
Structuur kan je beperken of het kan ruimte maken voor verbinding.
Kijk goed welke structuur bijdraagt en welke beperkend is.
Structuur kan ervoor zorgen dat je in patronen blijft hangen
of het kan ervoor zorgen dat je er uit blijft.
Spelen is enorm belangrijk
Spelen is een houding.
Het vindt plaats op de grens tussen wat je al weet en wat je nog niet weet.
Het is altijd boeiend. Spelen is flow.
Kinderen gaan uitdagingen aan, werken persoonlijke thema’s uit en hebben plezier.
Alleen vrijheid geven werkt niet
Dat is niet wat we binnen Iederwijs deden, maar om het nogmaals aan te geven:
er is persoonlijke aandacht nodig (relatie) om te kijken wat voor voor het kind een volgende stap is.
Het gaat er om of een kind zich gezien, gehoord en begrepen voelt en of het in staat is om zelf een volgende stap te zetten.
Dat is geen automatische vanzelfsprekendheid.
Daar spelen teveel factoren in mee.
Vriendschap is een belangrijke motivatie
Iederwijs was een school waar je kon leren over vriendschap, vrienden maken en vrienden houden.
Voor veel kinderen zijn hun vrienden de belangrijkste reden waarom ze naar school gaan,
maar het wordt in het onderwijs vaak niet erkend of er wordt geen ruimte voor geboden om daarin te leren.
Besluitvorming: alle stemmen gelden
Voor het samen bouwen is de manier waarop we vergaderden een enorm belangrijke basis geweest.
Het heeft de school gered van een splitsing
en het heeft conflicten omgezet naar verbinding (en niet alleen deze school!)
Voorwaarde is dat iedereen eenzelfde intentie heeft van samen willen leren en onderzoeken.
Vragen voor nu
Als we nu een school op zouden zetten,
dan zouden de onderstaande vragen voor ons boeiend zijn om verder te onderzoeken.
De vragen zijn ontstaan vanuit wat we in de tijd van Iederwijs
en daarna geleerd en ervaren hebben.
Met sommige vragen waren we al bezig in de tijd van Iederwijs.
Met een aantal vraagstukken zijn we dat nu ook nog aan het doen.
De vragen
Hoe kun je natuurlijke ontwikkeling monitoren?
Hoe werkt leren vanuit systemisch perspectief?
Wat is de invloed van natuur op het welzijn en ontwikkeling van kinderen?
Wat is de invloed van het werken met digitale middelen
op de manier waarop je denkt en hoe je informatie verwerkt?
(Interactie met iets anders leidt tot beïnvloeding van je manier
van denken door datgene waarmee je interacteert.
Hoe zit dat met computerprogramma’s en programmeren?)
Wat kunnen we leren van benaderingen van leren van wijsheidstradities?
Hoe kan het dat kinderen opeens enorm snel kunnen leren:
twee jaar rekenen in twee maanden,
of drie jaar wiskunde in een jaar?
Of de grammatica van de basisschool in een paar weken?
Hoe werken deze momenten?
(Dit gold niet voor ieder kind, maar het kwam wel voor.)
Hoe zorg je ervoor dat kinderen uitdagingen
met zichzelf aangaan en excelleren vanuit inspiratie?
Hoe bouw je een cultuur en structuur waarin initiatief uitgenodigd,
gewaardeerd en gefaciliteerd wordt?
Hoe geef je een inspectiebezoek vorm
zodat het constructief en inspirerend is voor iedereen?
Hoe kun je als overheid nieuwe kleinere initiatieven ondersteunen
en tegelijk kwaliteit van onderwijs bewaren?
Iederwijs nu
Zijn er nog Iederwijsscholen
Er zijn geen scholen meer met de naam Iederwijs.
Er bestaan nog wel scholen
die ooit als Iederwijsschool begonnen zijn.
Van daaruit hebben zij een eigen visie ontwikkeld,
en zijn onder een eigen naam verder gegaan.
Wat is er van de kinderen terecht gekomen?
Iedereen die op Iederwijs in Schoonhoven/Lopik heeft gezeten
is goed terecht gekomen in deze samenleving.
Nadat de school moest sluiten is ongeveer de helft
naar een school gegaan met een vergelijkbaar concept.
Anderen zijn naar traditionele lokale scholen gegaan,
een aantal naar volwassenen onderwijs
of naar reguliere vernieuwingsscholen.
Een enkeling heeft meer moeten zoeken.
Wellicht was dat zonder Iederwijs ook gebeurd.
De overgang naar de andere school verliep over het algemeen zonder grote problemen.
Ze waren vaak binnen een paar weken gewend aan een andere benadering.
De nieuwe school werd echter gezien als één van de mogelijkheden
om een school en leren te organiseren,
niet als de de manier.
Er werden vraagtekens gezet bij het nut van sommige manieren van werken,
de inhoud van sommige lessen,
of de tijd die verloren ging aan orde houden in een klas.
Het werk of de studie die ze nu doen varieert,
net als bij anderen die regulier onderwijs hebben gevolgd.
Een aantal huidige beroepen of studies:
(in willekeurige volgorde)
programmeur
technisch onderzoeker
student in kunstmatige intelligentie
student theaterwetenschappen
student jazz aan het conservatorium
staflid op een democratische school
student aan de pabo
afgestudeerd in forensische pedagogiek
een eigen bedrijf in theatertechniek
tolk in Japans
student politieke wetenschappen
student sociale geografie
liedjesschrijver
grafisch vormgever
bewegingstherapeut
Er is niemand geweest die zijn/haar gehele schoolloopbaan op Iederwijs heeft gevolgd.
De school heeft maar zeven jaar bestaan.
Het is daarom wetenschappelijk gezien moeilijk om te zeggen
dat Iederwijs wel of niet gewerkt heeft.
We waren nog niet uitontwikkeld.
Je kunt wel iets zeggen over het effect wat Iederwijs op hen gehad heeft.
Je kunt ook zeggen dat de jaren Iederwijs geen negatieve invloed hebben gehad,
op een manier zoals door sommigen van buiten de school aangenomen werd.
De kinderen hebben op Iederwijs dingen geleerd
die ze niet op andere scholen hebben ervaren.
Ze hebben ervaren dat het mogelijk was om een omgeving te creëren
die je met elkaar bouwt en waarin je met elkaar onderzoekt.
Om een indruk te krijgen over hoe kinderen en tieners
in de eerste tijd na Iederwijs terug keken op de school,
lees bij ‘downloads’ het document ‘Buiten Gewoon Leren.
Komt er nog een Iederwijsschool?
Veel ideeën die in Iederwijs in praktijk werden gebracht
werden en worden ook door anderen toegepast.
Het was destijds niet mogelijk om opnieuw met de naam Iederwijs te beginnen.
Er was teveel lading op de naam gekomen.
De ideeën zijn er nog steeds,
met alles wat we verder geleerd hebben.
De passie om onderwijs vorm te geven samen met de kinderen ook.
Er wordt door ons nog steeds aan gewerkt.
Inspiraties
Een aantal inspiraties van toen waren:
De Pestalozzi School
Rebeca en Mauricio Wild
De Sudbury Valley School
o.a. Daniel Greenberg
Reggio Emilia
o.a. Loris Malaguzzi
De Logica van het Gevoel
Arnold Cornelis
Sociocratie
o.a. Kees Boeke en Gerard Endenburg
Een aantal inspiraties van nu zijn:
Reinventing organizations
Frederic Laloux
Spiral Dynamics
Don Beck and Chris Cowan
Visible Learning
John Hattie
Mindsets
Carol Dweck
Creative Schools
Ken Robinson
Feeling Seen
Micheal Bachg
Scrum
Jeff Sutherland
LeerKRACHT
Nature Mentoring
Jon Young
Dragon Dreaming
John Croft
Download
De samenvatting van deze website
We hebben alle punten op een rijtje gezet.
De Brochure van Iederwijs
Dit was de brochure van Iederwijs,
toen Iederwijs na twee jaar een landelijke organisatie werd.
Nu zouden we een aantal dingen anders verwoorden,
maar het geeft een goed beeld van die tijd.
De logica van het gevoel
Gevoel en emoties werden in die tijd nog als zweverig gezien.
Het begrip emotionele intelligentie kwam net op.
Nu word er gesproken over ‘tensions’ binnen management van organisaties
en nu is er een hoog gewaardeerde animatiefilm over emoties in de bioscoop: Inside Out.
De filosoof Arnold Cornelis heeft geschreven over gevoel.
Hij gaf aan hoe de samenleving toe groeit
vanuit een systeem van regels
naar een systeem van zelfsturing en communicatie.
Zelfsturing ontstaat vanuit gevoel.
Vanuit zelfsturing kun je regels weer bijstellen
als ze niet dienstbaar blijken te zijn.
Hij gaf aan: ‘Hoe gevoeliger, hoe begaafder.’
Zijn boeken:
De logica van het gevoel
De vertraagde tijd
Rustpunten van de geest
Hier kun je een samenvatting van de Logica van het Gevoel downloaden:
SAMENVATTING LOGICA VAN HET GEVOEL
Hoe was de aansluiting met andere scholen?
Evelien Prins was begeleider op Iederwijs.
Zij heeft in de tijd na Iederwijs
de kinderen, de ouders
en de nieuwe leerkrachten van de kinderen
geïnterviewd om zicht te krijgen
op hoe de overgang naar een andere school verliep.
Waar liepen ze tegenaan?
Konden zij zich aanpassen?
Hoe keken nieuwe leerkrachten naar deze kinderen?
Waren er verschillen?
Je kunt hier haar onderzoek ‘Buiten Gewoon Leren’ downloaden:
Mindsets
De uitdaging was: hoe maak je duidelijk wat voor cultuur wij hadden opgebouwd?
Hoe verklaar je de reactie van een deel van de samenleving?
Bas Rosenbrand kwam uit op vier verschillende mindsets.
Een mindset is een geheel waar vanuit gedacht en gehandeld wordt,
in een organisatie of een samenleving.
Vier mindsets,
gebaseerd op de houding naar jezelf en de ander:
Ik tegen de ander (wij tegen de anderen)
Ik of de ander
Ik en de ander
Ik ben de ander (wij zijn ons)
De samenleving van toen was georganiseerd rond competitie.
Dat zie je terug in woorden als:
Het winnen of verliezen van een rechtszaak
(het gaat niet over herstel van verbinding)
Het winnen of verliezen van verkiezingen
(het gaat niet over ontwikkelen van wijsheid)
De winst of verlies van de economie
(het gaat niet over waarde toevoegen)
Iemand die het niet redt wordt ‘loser’ genoemd
(In sommige culturen wordt dit meer als een falen van de community gezien)
We hebben ‘hoger’ en ‘middelbaar’ onderwijs.
De natuur gaat over ‘survival of the ‘fittest’
(geïnterpreteerd naar ‘fittest’ als de sterkste,
in plaats van ‘fittest’ als degene die het meest ingespeeld is op de omstandigheden),
We houden van top tien lijstjes.
De mindset is competitie: ik of de ander.
De samenleving verschuift van competitie
naar de waarde van het individu,
samenwerking
en bijdragen aan het grotere geheel.
Dus van ik tegen de ander
en ik of de ander,
naar ik en de ander
en wij zijn ons.
De mindsets zijn uitgewerkt naar verschillende thema’s.
Je kunt hier een schema en korte uitleg van de mindsets downloaden:
Rondspraak
De bijeenkomsten waren een basis binnen Iederwijs.
Het leidde tot effectief vergaderen, een open houding van samen onderzoeken en bouwen,
elkaar horen, waarderen en het vinden van oplossingen.
We hebben vanuit onze ervaring Rondspraak ontwikkeld.
We geven training in Rondspraak aan teams in het onderwijs in binnen- en buitenland.
Meer informatie kun je vinden op rondspraak.nl
Hier kun je een poster downloaden met de uitgangspunten.
De mensen
De school Iederwijs Schoonhoven/Lopik
bestond uit vele mensen.
Er zijn in de gehele tijd van Iederwijs
zo’n 70 kinderen een kortere of langere tijd deel van de school geweest,
en zo’n 25 begeleiders, verspreid over de jaren.
Er was ieder jaar een team van begeleiders
wat groeide tot een team van ongeveer tien mensen.
Iedereen heeft een bijdrage geleverd op vele verschillende manieren.
Sommigen hebben jarenlang vrijwillig gewerkt.
Vele mensen hebben zich destijds ingezet op landelijke niveau.
In het landelijk bestuur,
in een inspectiegroep,
om landelijke Iederwijsdagen te organiseren.
Zonder al het werk van iedereen was Iederwijs niet mogelijk geweest.
Dit zijn de grondleggers van de school in Schoonhoven/Lopik:
Bas Rosenbrand
Onderwijskundig adviseur/projectleider voor innovatieve scholen
Ontwikkelaar en trainer Rondspraak
Ontwikkelaar van Rondspraak
Spark Academy
Board of Advice voor Spark Academy in Poznan, Polen
Workshops en trainingen bij scholen en internationale conferenties
Lezingen over natuurlijke ontwikkeling, in samenwerking met de school.
Spring, lerarenopleiding pedagogisch meesterschap
bij de Hogeschool Leiden.
Publicaties:
De Vrijheid van de Sudbury School,
35 jaar ervaringen en inzichten
(eindredactie)
(2002)
Rondspraak,
Inspirerend en effectief vergaderen
(wordt nu volledig herzien)
(2010)
Wat Je Wel Wil,
Hoe je eenvoudige oplossingen vindt voor complexe problemen
(in samenwerking met Herman Kopinga en Nynke Vos)
(2013)
A New Morning, co-create school with the children
(2018)
Eefke Eijgenstein
Ontwikkelaar en trainer conflictbemiddeling:
Van Conflict naar Contact
Trainer in Rondspraak
Kindertherapeut:
GezinsGeluk,
kindertherapie in bijzijn van de ouders en Thuisondersteuning
Intensief betrokken bij het MakED, School voor intrinsieke motivatie faciliterend onderwijs in Leiden
Jochem van der Padt
Onderwijskundig adviseur voor verschillende scholen voor vernieuwend onderwijs
Was lid van de Raad van Toezicht bij basisschool De Kleine Kapitein in Berkel en Rodenrijs
Onderwijskundig adviseur bij de Hogeschool Leiden
Oprichter en ontwikkelaar van lerarenopleiding Spring bij de Hogeschool Leiden.
Yolanda Eijgenstein
Ondernemer met groot hart voor onderwijs
Voorzitter Bestuur TEDxEducation
Lid Raad van Toezicht De Baak/VNO-NCW
Lid Raad van Bestuur Greenleaf Centre for Servant Leadership
Lid Raad van Advies Erasmus Centre for Entrepreneurship
Why Company in 1998 opgericht om managers te ondersteunen
in het succesvol leiden van hun team/bedrijf zonder te weten
hoe de toekomst eruit ziet.
Artikelen en Publicaties:
Disconnect to Reconnect
(2015)
Wil je Gelijk of Geluk
(27 Bevlogen betogen over Servant Leadership, 2013)
The Happy Worker
(14e druk 2014)
Contact
We geven informatie, lezingen en presentaties,
workshops, trainingen, we begeleiden scholen en bouwen mee aan onderwijs.
Heb je een vraag of opmerking of wil je meer weten, stuur ons dan een mail.
Als je op de hoogte wilt blijven van nieuwe ontwikkelingen,
of toevoegingen aan deze website,
(zoals nieuwe publicaties)
stuur een mail met de tekst:
“Ik wil graag op de hoogte gehouden worden.”
Tekst en foto’s:
© iederwijs.info
Tekst:
Bas Rosenbrand
Foto’s:
Eefke Eijgenstein
Marleen Noordergraaff (MR)
Bas Rosenbrand